Openingsspeech Maggy Voorsluys Gomez

Openingswoord van Maggy Voorsluys Gomez bij de solo-expositie van Monique Bastiaans in KuuB. 2 november 2014

 

De ontmoeting.

Sinds 1988 woont en werkt Monique in Chiva, een Spaans dorpje in de buurt van Valencia.

Monique en ik kennen elkaar van onze kunstacademietijd in Utrecht waar we beiden in dezelfde periode hebben gestudeerd. Vorig jaar bezocht ik Monique in Spanje. Ons gemeenschappelijk métier, het beeldend kunstenaarschap, en onze visie op de huidige kunstontwikkelingen kwam uitvoerig ter discussie zo ook het beeldende werk dat Monique in afgelopen jaren heeft gemaakt.  Haar huis is een groot atelier, het is de inspiratieplek waar al haar creatieve processen plaatsvinden. Dagelijks werkt zij uiterst geconcentreerd en vol overgave aan haar beelden die zowel uit binnen- als buiteninstallaties bestaan.

Ze liet mij naar aanleiding van de vele tentoonstellingen die ze in Spanje heeft gerealiseerd, een aantal catalogi zien. Ik was onder de indruk van hetgeen ze daar allemaal heeft bereikt, maar gelijktijdig verbaasd dat er zo weinig van haar beeldende werk in Nederland is te zien. Haar kunst verdient een groter platform en zo gebeurde het dat mijn enthousiasme voor haar beeldende werk werd opgepakt door Jaap Röell van galerie KuuB. De ontmoeting in Spanje heeft geresulteerd in een prachtige solotentoonstelling in Utrecht. Monique heeft daar een jaar lang naar toe gewerkt.

‘Als het ware’

Dit is een solotentoonstelling die grotendeels gaat over idolen, goden en afgoden, over geloof en bijgeloof, maar die mede in het teken staat van geven en delen, van delen en verenigen en vice versa. Monique maakt in haar beelden en installaties gebruik van verschillende metaforen als verwijzingen naar vroegere culturen en religies met hun verering voor goden en afgoden.

Zolang de mensheid bestaat heeft men verschillende goden vereerd en aanbeden. Er zijn helaas ook altijd godsdienstoorlogen om het ‘ware’ geloof geweest. Anno nu is dit nog steeds aan de orde, zelfs uiterst actueel. Monique heeft zo haar twijfels over wat wel of niet het ware geloof zou zijn – en  wie bepaalt dit? Bestaat er eigenlijk wel zoiets als de ware godsdienst?

Monique verwijst in deze tentoonstelling ook naar het transcendente, het hogere, het allesomvattende en de natuur. Ze refereert aan de chakra’s waar de kleur rood staat voor de laagste chakra tot de kleur wit – het hoogste chakra en synoniem voor transparantie, licht, de laatstgenoemde staat voor energie en spiritualiteit, de connectie met het goddelijke, het staat voor overstijging van het bovenzinnelijke bewustzijn.

De rode draad in deze expositie is dat men van de materiële buitenwereld langzaamaan naar de innerlijke, de spirituele wereld wordt geleid en men zich bewust wordt van de onderlinge samenhang en de dialogen tussen de hier tentoongestelde beelden, tekeningen en installaties.

Monique werkt graag met heel divers, en waar mogelijk het liefst met ‘natuurlijke’ materialen. Haar beelden zijn niet alleen bedoeld om naar te kijken, Monique zet alle zintuigen in en wil deze bij de toeschouwer aanspreken.

De belangrijkste inspiratiebron voor Monique is de NATUUR .

Volgens haar ligt alles besloten in de natuur, deze is oneindig en allesomvattend. De natuur geeft, de natuur deelt, het biedt ruimte voor  stilte en meditatie. Daar is ‘het ware’ echt aanwezig. Monique ziet en observeert de kleinste dingen, organismen, insecten, bloemen, zaden, eigenlijk alles dat in de natuur aanwezig is. Ze weet dit te transformeren tot monumentale, veelal bijna transparante en soms zwevende objecten. Haar installaties plaatst ze vaak tijdelijk in de natuur. Daar gaan ze het spel aan met de wind en buigen en wuiven ze mee in het landschap alsof ze daar altijd, al eeuwenlang hebben gestaan. Haar kleinere objecten, veelal binneninstallaties, hebben mede door hun eenvoud en materiaalgebruik een ongekende schoonheid. Al haar beeldende werken en installaties  die te zien zijn op deze tentoonstelling verwijzen op de een of andere manier naar elkaar, hebben een relatie tot elkaar en staan ‘als het ware’ voor een reis van de materiële naar de immateriële, de spirituele wereld.

 

Aan de hand van enkele kunstwerken wil ik het een en ander toelichten.

 

KUNSTWERK 1.

Bij binnenkomst ziet u een groot schuin afgesneden rood doek hangen. Hier begint ‘als het ware’ de reis. De rode voorhang is een metaforische verwijzing naar St. Maarten, die opgroeide in een familie waar de Romeinse goden werden vereerd. Toen zijn vader, die in het Romeinse leger diende, zag dat Martinus meer belangstelling toonde voor het christendom dan voor hun eigen goden, stuurde hij hem het leger in. Volgens de geschiedsschrijving deelde Martinus de helft van zijn rode soldatenmantel met een bedelaar die hem om geld vroeg. Omdat hij geen geld had, pakte hij zijn zwaard en sneed de rode mantel in tweeën. ‘s Nachts had hij een bijzondere droom waarin dezelfde bedelaar verscheen, die in feite Jezus bleek te zijn. Martinus bekeerde zich tot het christendom en stelde zijn leven niet langer ten dienste van het leger, hij leefde verder als kluizenaar.

Zoals gezegd: Voor Monique staat de rode mantel van St Martinus symbool voor de buitenwereld, buitenkant/bescherming/het is al het ware een schild. Maar het staat ook voor het delen, het geven en voor mededogen. De kleur rood heeft voor haar nog een andere betekenis; rood staat voor het spirituele het transcedente – de innerlijke wereld – en het laagstse chakra. Dit chakra geeft basis en fundament, het zorgt ervoor dat we verbonden blijven met de aarde om ons eigen leven in balans te brengen.

Zowel de buiten- als de innerlijke wereld komen hier als het ware samen.

De kluizenaar en de kunstenaar.

Beiden zijn ze op zoek naar het hogere, naar het ware, naar bewustwording dat alleen door innerlijke stilte, contemplatie en meditatie kan worden bereikt

De kluizenaar trekt zich terug uit de buitenwereld en zoekt de stilte en eenzaamheid op om zich volledig over te geven aan het contemplatieve. De kunstenaar heeft ook stilte, leegte en volledige concentratie nodig voor zijn creatieve processen en is bij tijd en wijle een kluizenaar die zich bewust onttrekt aan de dagelijkse omgeving om in een gemoedstoestand te komen waardoor nieuwe kunstwerken kunnen ontstaan. Monique is zowel de kunstenaar als de kluizenaar die zich regelmatig  terugtrekt in haar atelier om zich volledig te kunnen concentreren op haar beeldende werk om zodoende  tot de kern te komen van hetgeen haar inspireert.

 

KUNSTWERK 2 + 3

In de ruimte van KuuB staat een middeleeuwse muur. Deze muur kent een eeuwenlange geschiedenis. Het draagt verhalen met zich mee uit het verre verleden maar ook over het heden en van de stad Utrecht. Deze muur inspireerde Monique en het deed haar denken aan de volgende zin; les murs ont des oreilles que la raison ne connait pas [de muren hebben oren die de reden niet kent].

 

KUNSTWERK 3

De muur heeft oren gekregen die direct in verbinding staan met het kunstwerk in de etalage de Martinusklok. De Martinusklok laat op een abstracte manier horen wat deze muur in de afgelopen eeuwen heeft opgevangen en vandaag de dag nog opvangt. Het kan te maken hebben met St. Maarten of met stad Utrecht, de geschiedenis van de godsdiensten, de ketters en afgoden maar tevens met alles wat  zich vandaag de dag tussen geloofsgemeenschappen zoal afspeelt. De muziek is speciaal voor de Martinusklok van Monique door Sander van Herk  gecomponeerd.

Goden, afgoden, amuletten, talismannen en devotie beeldjes.

In vroegere culturen was het heel gewoon om idolen ofwel afgodsbeelden te aanbidden. Men kende meerdere goden, daar bestond niet die ene ware god zoals in de Tenach, de Bijbel of de Koran. Iedere samenleving heeft zo zijn eigen rituelen en religies en geeft daar op een geheel  eigen wijze betekenis of beeldtenis aan. In sommige samenlevingen was en is het ook vandaag de dag nog ten strengste verboden om idolen [af-godsbeelden] te aanbidden of een andere dan de gangbare en heersende religie aan te hangen. Monique heeft een gesamtkunstwerk  ‘Terug naar Af- Goden’ gemaakt. Het zijn hedendaagse idolen die volkomen los staan van iedere godsdienst of religie. Ze roepen dan ook eerder vraagtekens op.

 

KUNSTWERK 4 Het gesamtkunstwerk Terug naar AF- GODEN.

Naast de vele tekeningen aan de wanden zien we in de vitrines  prachtige kleine fragiele objecten liggen, soms lijken ze op insecten of op dansende nimfen en soms ogen ze als amorfe wezens. Vanwege hun kleine formaat en vormentaal lijken ze verrassend veel op de vroegere devotiebeeldjes, denk hierbij aan de pijpaarden beeldjes die o.a. voor privédevotie werden gebruikt. De kleinste beeldjes werden vroeger zelfs als zakbeeldjes gedragen net zoals een amulet die bescherming biedt of de talisman dat we kennen als geluksbrenger. De hedendaagse idolen van Monique staan op zichzelf,  toch zijn ze terdege aanwezig in hun eigen zielenwereld. De iets grotere idolen zweven in de ruimte als zijnde nieuwe, nog onbekende wezens. Haar beelden hebben de kracht om de ziel te kunnen raken, het zijn als het ware nieuwe nog onbekende wezens waar iedereen een eigen betekenis aan kan geven.

Als men alle indrukken van de eerste drie ruimtes op zich heeft laten inwerken komt men uiteindelijk in de wereld van het transcedente, de innerlijke wereld.

 

KUNSTWERK 5  

de laatste expositie ruimte is een lege witte ruimte. Hier verwijst Monique met haar  installatie ‘Y ellos entendieron’ (vert. En zij begrepen het) naar het hoogste chakra, het witte licht dat staat voor overstijging van het bovenzinnelijke bewustzijn, het  serene en het spirituele. Een aantal vederlichte witte veren hangen verstild op verschillende hoogtes en bewegen zachtjes op en neer. Alsof ze ieder moment  bij een zacht briesje naar buiten zullen zweven, over het transparante waterpad, ‘the water flowing the endless river forever and ever’, De allesomvattende natuur die geeft en deelt, daarin ligt alles besloten, zoals de cirkel zonder een begin of eindpunt.

Aan het eind, buiten, ligt een verstilde rivier, verpakt in plastic zakjes. De rivier die steeds hetzelfde anders is. Het Panta rhei-symbool, alles stroomt.

Collectorsitem + Catharijneconvent.

November is de maand van St. Maarten, de schutspatroon van Utrecht. Van 7 t/m 11 november is er  in Utrecht ‘het feest van het delen.’

Monique heeft speciaal voor deze tentoonstelling in een oplage van 100-stuks, rode zaden van gepolijst keramiek gemaakt, St. Maartenzaadjes om het delen en geven – het verdelen en verenigen met elkaar te ervaren. De zaden zijn van binnen wit met in de ene helft de tekst DEEL EN VERENIG en in de andere helft VERENIG EN DEEL.

Het is mede een verwijzing naar St. Maarten die zijn leven ten dienste stelde van de armen en de onderdrukten in de samenleving, maar ook een verwijzing naar het NU, de wereld om ons heen waar grote behoefte is aan solidariteit, barmhartigheid, emphatie en vooral naastenliefde, als het ware. En daarmee wordt verwezen naar de tentoonstelling over naastenliefde door de eeuwen heen die nu in het Catharijneconvent is te zien.

 

En hiermee is deze tentoonstelling geopend.

 

Maggy Voorsluys Gomez,

Utrecht, 2 november 2014.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BACK