Openingsspeech Luid en Duidelijk
Els van Stalborch
2014
Geachte aanwezigen,
Toen ik van Jaap Röell de vraag kreeg om deze expositie te openen als lid van het Utrechts Dichtersgilde, heb ik daar ja op gezegd, zonder nog iets te weten van wat deze expositie zou inhouden.
Toen ik mij ging verdiepen in de tien kunstenaars en hun werk, werd het mij duidelijk dat ik er goed aan gedaan had om toe te stemmen.
Ik werd gaandeweg steeds meer gefascineerd door de beelden en de ideeën die hierin vorm gekregen hadden. Ik ontdekte een grote variëteit aan stijlen, media en bronnen van inspiratie. Ik zag in hen weerspiegeld wat onze tijd , dus de zgn. Postmoderne tijd, als we die nog zo kunnen noemen, aan mogelijkheden aan de kunstenaars biedt en hoe gretig en bekwaam deze daar gebruik van maken.
Het thema is Luid en Duidelijk.
Ik moest in eerste instantie denken aan taal.
Heeft Jaap mij daarom gevraagd?
Ik moest luid en duidelijk spreken toen ik klein was en toen ik toneellessen kreeg was dat een vereiste.
Een vorm van synesthesie, term uit de stijlleer voor die vorm van metaforisch taalgebruik, waarbij de waarnemingen van zintuigen worden verbonden. In mijn gedichten maak ik daar vaak gebruik van.
Weer een herkenningspunt.
Willibrord Huijben en Jaap Röell hebben deze beeldhouwers uitgenodigd om een luid en duidelijk statement te maken met hun beelden. Ambachtelijk en krachtig. Werk dat qua vorm, materiaal en inhoud een duidelijke boodschap afgeeft.
Welke boodschap? Misschien kan het woord boodschap beter vervangen worden door het woord idee.
Een zoeken naar betekenis, een ontdekkingsreis door de waarneming, een worsteling met het materiaal.
Sommigen zoeken hun inspiratie in de wereld buiten, anderen in de wereld binnen.
Ik zou de ideeën grofweg in deze twee groepen kunnen indelen, maar dan doe ik hen tekort.
Misschien toch leuk om iets dieper hier op in te gaan.
Als een reis door de tijd kom je als eerste Wezens tegen uit een gedroomd land.
Ike van Cleef.
Ze vertellen een verhaal, zijn ontsnapt uit een literaire bron, die de wereld ver voor ons beschrijft. Ze leven in haar hoofd en nemen langzaam gestalte aan, hebben hun eigen geschiedenis en krijgen vorm.
Als de evolutie een andere wending zou hebben gehad, zouden wij er dan zo uit gezien hebben, vroeg Jaap zich gister af.
Of zijn het archetypische beelden?
Zou Jung deze gemakkelijk begrepen hebben?
Ook Wim Bakker maakt monumentale archetypische beelden en installaties.
Shakespeare speelt een rol in zijn werk. Zijn beroemde zin to be or not to be, spanningsveld tussen zijn en niet zijn.
Wanneer is iets wel, wanneer is iets niet,
In de ruimte tussen, de tussenruimte van Martin Buber, gebeurt er juist heel veel, zo niet alles.
De ruimte tussen woorden vervult in de poëzie een heel belangrijke rol.
Misschien wel even belangrijk als de woorden zelf.
Verwant hiermee is de fascinatie van Martina Otto :
Ruimte tussen mensen, intermenselijke relaties, b.v communicatie zoals bij deze installatie.
De spanning tussen het vluchtige, tijdelijke en dat wat is bedoeld om te blijven.
In haar werk onderzoekt ze de wrijving tussen ideaal en werkelijkheid.
Kunst en filosofie zijn nog nooit zo aan elkaar verwant geweest, gaan bijna in elkaar op.
En wat te denken van inspiratie uit geschiedenis, groei en doorgaande lijnen.
Katrien Vogel
Ik zie organisch gegroeide vormen, die zich plooien naar de omgeving.
Je kunt je afvragen of geschiedenis groei betekent en of er in de geschiedenis doorgaande lijnen bestaan.
In de kunstgeschiedenis zijn er vele doorgaande lijnen te ontdekken tot de breuk, het einde van de kunst , om met Arthur Danto te spreken n. a. v de brillo boxes van Andy Warhol.
Kunst was overgegaan naar filosofie.
Het lineaire streven naar vernieuwing had opgehouden te bestaan. De kwaliteit van een kunstwerk is niet gelegen in de vaardigheid van de kunstenaar maar in een boeiende interactie tussen ideeën/thema’s van de kunstenaar en de eigenschappen van de door hem/haar gekozen media.
Dus toch groei, maar dan anders.
Een ontdekkingsreis door de waarneming, Hubert Zeeman.
Als getuigen van dat proces staan zijn beelden in de ruimte.
De lichtval creëert snelheid en beweging maakt het lichter,
dat is pure poëzie zegt de dichter.
En in de ruimte tussen?
De grens tussen figuratie en abstractie.
July Wickel.
Grijs en donker in het Belgisch hardsteen en het witte marmer om het spel met licht.
Spel met licht en donker. Het chiaroscuro van o.a Rembrandt.
Wolken spelen een spel met licht en donker.
In veel mythen en archetypische verhalen komen wolken voor als grens tussen droom en werkelijkheid en tussen de aarde en de hemel.
Het is de grens tussen het zichtbare en het onzichtbare.
Is abstractie een niet zichtbare figuratie?
Jack Prins vindt zijn beelden in een zichtbaar “niemandsland”.
Een land waar tijd langzaam alles verandert en niets van iemand is.
Sporen, structuren, lijnen ziet hij, tekens die in zijn werk terugkomen.
Wat we hier zien, zijn het flats met duizend ogen?
Hij speelt met lijnen en vormen en de lijnen en vormen spelen met elkaar.
Hij vult ruimte met gedachten en gedachten worden vorm.
Als een beweging die zich eindeloos voortzet.
Karin Dekker
Kleine zwarte vogels spelen met licht en omhullen een golvende leegte.
Een beweging die zich eindeloos kan voortzetten in de ruimte.
Een beweging die de ruimte in zich opneemt en niet inneemt.
Een beweging die dus geen ruimte inneemt.
Een beweging die dus ruimte is.
Volgens de logica van Aristoteles.
Doet denken aan:
To be or not to be
Abstract of concreet
Concreet is zeker het werk van Barbara Kluiver
Groei en Verbinding.
Gaan lang niet altijd samen.
Vaak werken ze elkaar tegen.
Zoals haar handen, als expressieve, ontroerende wezens, soms een tegengesteld verhaal vertellen.
Ooit liet zij handen groeien aan een boom en verbond deze met elkaar.
De boom was met zijn hoofd in de wolken.
Zag hij misschien de zacht glooiende vormen van Deirdre Mc Loughlin?
Vrouwelijk en warm als de pasgebakken klei.
Organisch gevormd door vaardige handen en gladgepolijst .
Dat brengt mij op het volgende.
Ik heb geprobeerd een rode lijn te vinden in de rijke ideeën wereld van deze tien kunstenaars, of dit is gelukt laat ik aan u over.
Wel heb ik een duidelijke rode draad gevonden in het ambachtelijke van deze werken.
Met een grote vaardigheid en kunde zijn ze allemaal vervaardigd.
Arthur Danto had dus niet helemaal gelijk.
Gelukkig maar!
Ook hebben ze mij geïnspireerd tot een gedicht en daarmee wil ik eindigen.
Inspiratie
Op de rand van een gedachte
schaduwt soms een beeld,
dat oplicht in de ruimte
die je bent.
Vaag nog en weifelend
van vorm neemt het
gestalte aan in donker
en in licht.
Ogen tasten aarzelend
langs lijnen, die soms
verspringen en soms
verdicht,
als schets op wit papier,
een woord misschien
een zin en langzaam
wakkert een begin.
De gedachte vleugelt zich,
wil rechtstreeks naar de zon.
Halverwege stort zij neer
tot waar zij begon.
De worsteling om toch
en weer opnieuw.
Niets is nog luid
en duidelijk.
Tussen schuivende uren en dagen
die wakker, tussen nachten die
geven en nemen en ogen, ogen vol
stilte en ruimte die wacht.
Weerbarstig de aarde, de steen,
de metalen, de taal die speelt
met het licht, het zijn en het niet,
weerbarstig als een gedicht.
Zacht glooiende vormen vouwen
zich open als wezens uit een droom.
Doorgaande lijnen spreken tekens,
wrijving tussen ruimte en vorm.
Je komt binnen, je kijkt,
je wordt naar binnen gezogen.
Met gretige ogen ontmoet
je een wereld, die niet van jou.
Vreemd en vrij en vol
gedachten, die scheren
langs ideeën en beeld
geworden werkelijkheid.
Tijd verschuift een ogenblik,
ruimte en vorm vloeien samen
in de lijnen van je hand,
op de rand van een gedachte.
Els van Stalborch
Geschreven naar aanleiding van de tentoonstelling: ”Luid & Duidelijk”
in KuuB, Ruimte voor Kunst en Cultuur te Utrecht.
18 april 2014