Roverslied
Dirkje Kuik en Arne Zuidhoek
26 juni t/m 14 augustus 2016
Er liggen nog vele onbekende schatten – tekeningen en verhalen – van Dirkje Kuik in dozen en mappen. Geleidelijk aan worden deze onthuld, zoals het lange gedicht Roverslied waar zij tot een jaar voor haar overlijden in 2008 aan werkte en dat zij opdroeg aan R.L. Stevenson (1850-1894), de schrijver van het befaamde boek Schateiland, haar lievelings-avonturenboek. In Vrij Nederland van 9 september 1995 staat een lang interview dat Annemiek Neefjes met Dirkje Kuik had over ‘het beslissende boek.’ In dat interview vertelt Dirkje Kuik dat zij Schateiland talloze malen herlas. Dan fantaseerde ze de donkerhouten bank bij het raam in de kamer om tot scheepskajuit. Of ze liep naar de gracht om de hoek van de straat en droomde dat daar het schip zou aanleggen, met piraat Flint, de dorpsdokter Livesey en Long John Silver met zijn houten been.
In veel van Kuiks boeken komt wel een oude boot voor, een geheimzinnige boot.
Kromme Pew, de door Kuik tot leven gebrachte tinsoldaat, de godmajoor, zingt in Roverslied:
Ik zoek een kist een kaart een eiland
een lang verloren vrind
een zeeman van belang,
een scheepskist tot de rand gevuld
met spaanse matten, goud.
De oude rot, helaas, mijn lieve vriend
zijn hart
trekt naar de rum.
Men moet dus haastig zijn.
Dit lied vol heimwee, nostalgie, compassie, hoop en teleurstelling is de aanleiding tot het maken van de zomerexpositie waarin nog onbekend werk van Dirkje Kuik wordt getoond, in combinatie met werken van de over zeeën en langs eilanden zwervende Utrechter Arne Zuidhoek (1941), de tekenaar, schilder, verteller, verzamelaar en chroniqueur van schepen, horizonten, piraten, de man van het rusteloze hart naar het groots en meeslepend zeemansleven: galjoenen slaan te pletter op ongenaakbare kusten en de mens schikt zich weerspannig spartelend in zijn lot, op zoek naar een lang verloren vrind; dat is ongeveer Arne Zuidhoek.
Arne is in 1963-’64 als beginnend tekenaar leerling van Kuik geweest. Hij herinnert zich uit die tijd dat ‘… Kuik, de pijp stevig tussen de tanden geklemd, haarlok tot op de lithosteen of het papier, over het tekenwerk gebogen stond en mij leerde een lijn even vlot te zetten, rekening houdend met concentratie en afwerking: en denk eraan, denk aan de accenten. Met een precies gebaar bracht hij vervolgens één enkele punt aan of één enkele lijn, zwarter dan zwart en ja, ja daar kwam de spanning van de krijt- of inkttekening op de steen of op het papier volledig tot zijn recht.’
De werken van de meester en leerling treffen elkaar tweeënvijftig jaar later in KuuB.
Dit is een tentoonstelling van woord en beeld over wat ergens, ver weg, wellicht of toch niet te vinden, te jatten of te dromen is. Of zoals Dirkje Kuik in Klein Arkadie (1987) schreef:
En daar lag het schip, half verscholen tussen het riet, overwoekerd met groen, een kamperfoelie trok zich omhoog naar het dek, uit de raampjes van de kajuit drongen zich wilde planten naar voren, lange sliertige netels en distels.
Zoiets dus, kom, we moeten haastig zijn.
Op deze expositie is ook de recent door Arne Zuidhoek in boekvorm uitgegeven encyclopedie met lemma’s van meer dan zesduizend piraten uit verleden en heden gepresenteerd. Een fenomenaal werk in vier delen met in totaal meer dan duizend pagina’s waar veertig jaar van noeste arbeid, documenteren en onderzoek in zit: A-Z Pirate Encyclopedia; Deprived of God & Country. Een uniek en overrompelend werk.
Roverslied, Dirkje Kuik en Arne zuidhoek
Ook is het gedicht Roverslied in een boekje over de expositie gepresenteerd, voorzien van tekeningen die Dirkje Kuik naar aanleiding van het Roverslied heeft gemaakt. In dit boekje zijn ook afbeeldingen van werken van Arne Zuidhoek en een door hem geschreven tekst naar aanleiding van zijn ‘leerschool’ bij William D. Kuik in 1963/64, opgenomen.
Zie publicaties >
Tijdens de opening op zondag 26 juni vanaf 17.00 uur, is door Boris van den Wijngaard op de voor hem karakteristieke wijze, het gehele Roverslied voordragen.
Bekijk ook de film van de opening op deze pagina.
Roverslied, Dirkje Kuik & Arne Zuidhoek, 2016