Utrecht, 25 februari 2018, Jaap Röell
Ruimte en Vorm. Dat had de titel kunnen zijn van deze tentoonstelling van het tekenwerk van Willem Hussem en Willemijn van Dorp.
Maar behalve dat het een saaie titel zou zijn geweest had het ook het fenomeen ‘beweging’ in beider tekeningen miskent.
Vandaar de titel
De Bewogen Lijn:
Ten eerste omdat ‘bewogen’ bewegen impliceert en ten tweede omdat ‘bewogen’ ook iets als beroeren aangeeft, niet onaangeroerd blijven. Anders gezegd, wanneer iets je aangrijpt.
wanneer je kijkt
zie je nog niet
wanneer je ziet
grijpt het je aan
Een ander woord daarvoor is ‘in vervoering’ raken:
vervoering
beweging
droom
een vogel vliegt
van een tak
naar een andere
Beide korte gedichten zijn van Willem Hussem.
Voortgang is de beweging van alle tijden. De eeuwige beweging van eb en vloed. Van het vliegen van tak naar tak.
Willem Hussem en Willemijn van Dorp vangen dat in vormen in een ruimte.
Voor Willemijn is de ruimte het terrein dat je niet kan betreden; de zee, het water. Dat betreden is alleen mogelijk als het hard vriest. En dat lijkt zo bij grote hitte als de luchttrillingen / luchtspiegelingen water doen veronderstellen.
Het meest bekende gedicht van Hussem:
zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van de
hemel veeg
er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op
Hussems werk is zo herkenbaar door het streven naar eenheid van tegenstelling. Hij heeft tekeningen en schilderijen willen maken waar eenheid van plaats, tijd en handeling bestonden. Alles en iedereen waren verweven. Niet mét elkaar verweven, maar in elkaar. Het ene bestaat dankzij het andere. Symbiose. Het licht dankzij het donker, het zwart dankzij het wit. Het leven dankzij de dood. Gisteren werd vandaag / vandaag wordt morgen. Vandaar dat hij zijn meeste gedichten ook in de tegenwoordige tijd schreef – gisteren werd vandaag. Vandaar ook dat veelal jaartallen bij zijn werk ontbreken; ongedateerd, dus van alle tijden. Voor de beschouwer altijd weer nieuw.
Hussem schreef in zijn gedichten nooit een hoofdletter, een punt of een komma. Er is niet iets wat moet beginnen met een hoofdletter, of moet eindigen met een punt. Het is alleen hier en nu; gisteren en morgen in het hier en nu.
stroomafwaarts liggen
zeilschepen roerloos
in de nevel
stroomopwaarts rijst
het vermoeden van de zon
Stroomopwaarts wordt vanzelf stroomafwaarts en vervolgens weer stroomopwaarts. Soms maken vogels de verbinding:
meeuwen wiegen
voor de kust
land en zee in
evenwicht
Ruimte en vorm mengen zich en zijn niet meer te onderscheiden. Is de streep of lijn de toevoeging, of wordt door de streep of lijn het wit eromheen de kunst? Hier zit de gelijkenis tussen het werk van Hussem en dat van Willemijn van Dorp. Juist door het tijdloze aspect van het werk van Hussem, in zijn schilderijen, tekeningen en gedichten, herkennen we het beeldende werk van Willemijn. Daarom heb ik ze samengebracht. Al datgene wat ik hiervoor over het beeldende werk van Hussem heb gezegd, kan ook over het werk van Willemijn van Dorp worden gezegd.
Ja, deze tentoonstelling had ook Ruimte en Vorm als titel kunnen krijgen, maar dat had veel meer woorden gevergd om duidelijk te maken wat dat voor deze kunst kan betekenen. En dié ruimte had ik niet.
Een inleider bij deze tentoonstelling moet het immers bij weinig woorden laten. Dat vergt de soberheid van de expositie, in de hoop dat deze expositie van tekeningen van Hussem en Van Dorp zonder woorden niet onberoerd laat. In de hoop dat kijken zien wordt, in de hoop dat
wat ik aan zee beleef
zijn horizon niet
aan de einder vindt