De schraalheid uit het Noorden. De leegte. De kale landschappen. De lichtheid van de zon in het Noorden. De schrale lege kale lichtheid die schraapt en schuurt en het leven versmalt. Of beter nog, versimpelt. Of anders nog, die de essentie van de essentie naar boven haalt. Ofwel het beste in de schilder. Maar vooral het genie in Barteld. Ik zeg het niet vaak, maar godverdegodver wat is dit speciaal. Dit grenst aan Van Gogh met diezelfde intensiteit maar dan vertaald in vlagen uit het Noorden.
Neem het prachtige visje in oker, of de zwarte zee, of voren en stoppels – het verdient gepassioneerd genieten, proeven, tasten met al je zintuigen. In al hun bedrieglijke eenvoud zijn deze werken zo puur en tegelijk zo vol van beeldbetekenis, dat je er jaloers van wordt. Alles geschilderd op fijne formaten, zodat je je er gemakkelijk in kunt verliezen. In het Landschap, in het Zicht vanuit het Keukenraam of in het weergaloze stoppelveld bij Lioessens.
Elk van Bartelds werken is een gedicht op zich. Een gedicht in uitgebeende taal, waarin het simpelste woord nog te zwaar is, te vol met stof, te beladen met synoniemen en verwijzingen.
Zoals hij zelf aangeeft is zijn werk sterk beinvloed door het Noordeuropese expressionisme. Van Munch, Kirchner en Beckman tot het Duitse neoexpressionisme van de jaren 80 met vertegenwoordigers als Fetting, Salomé, Oehlen, Büttner en vele anderen.
Barteld ziet zijn werken als “herinneringen aan een door mij ervaren en geïnterpreteerde werkelijkheid. Het gevolg is dat elk onderwerp of het nu een vis, mens, auto, boot of landschap is, wordt teruggebracht tot zijn door mij waargenomen essentie, iets wat tijdens het schilderproces gestalte krijgt.”
Jaja, terug tot zijn essentie. Maar dat doen er meer. Het is juist hoe hij dat doet. En dat kan hij gelukkig niet onder woorden brengen. Want dat is namelijk de essentie van beeldende kunst. Het niet onder woorden brengen en het wel vertalen in uitgebeende beeldtaal waarop de schilder zelf geen antwoord heeft. Maar wat hem uniek, absoluut uniek maakt. De parallel met schrijfprocessen dringt zich op. Het zijn autonome processen waarop de schrijver eigenlijk geen invloed lijkt te hebben. Zelfs bijna niet hoe hij formuleert, beeldtaalt en metafoort. Maar wat hem tot die ene schrijver maakt. Ik gun Barteld zijn eigen museum.
© Copyright 2013: Han van Wel.